Ontwikkelingsgericht Onderwijs

De Cocon geeft Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO). Dit onderwijsconcept is gebaseerd op de cultuurhistorische theorie van de Russische psycholoog Lev Vygotskij. OGO-grondlegger Frea Janssen-Vos vertaalde deze theorie naar een inspirerende onderwijsvisie. OGO is gericht op de kwaliteit van de interactie tussen het kind en zijn of haar omgeving. Bij OGO is het van belang dat kinderen verder groeien dan hun huidige niveau, naar ‘de zone van naaste ontwikkeling’, door de juiste stimulering en uitdaging door de leerkracht.

Thematisch onderwijs

OGO-scholen hebben geen vaststaand curriculum, maar voldoen uiteraard wel aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. De leerkracht ontwerpt de leeractiviteiten zelf in veelzijdige, interessante thema’s. Elk thema duurt zes tot acht weken (van vakantie tot vakantie). De thema’s kunnen aansluiten bij een onderwerp waarover kinderen meer willen weten of bij een actueel, maatschappelijk of schoolbreed gedragen onderwerp. Een thema begint met startactiviteiten die de nieuwsgierigheid van kinderen raken. De kinderen ronden een thema weer af met een bijzondere activiteit waarbij mogelijk ook de ouders betrokken worden. Vanuit het thema krijgen de kinderen betekenisvolle activiteiten aangeboden: spelactiviteiten, gespreks-, lees- en schrijfactiviteiten, reken- en wiskundige activiteiten, en bouw- en constructieactiviteiten. Vanaf groep 5 integreren we wereldoriënterende vakken in het thema.

Deze thema’s lenen zich er uitstekend voor om kinderen de ‘buitenwereld’ te laten ontdekken. We halen de buitenwereld de groep in of we maken zelf een uitstapje. Er komen bijvoorbeeld gasten op school, die vertellen over hun beroep, hun geloof, een hobby of een belangrijke gebeurtenis in hun leven. We gaan op bezoek bij een winkel, een dierenartspraktijk of de bakker. Zo maken de kinderen kennis met de samenleving en onze medemens.

Dit thematisch werken vraagt om goede voorbereiding, observatie, reflectie en eventuele bijsturing, wat onze leerkrachten dan ook actief doen.

De rol van de leerkracht

De leerkracht heeft een zeer belangrijke rol. Hij of zij bewaakt de kerndoelen (deze zijn per leerjaar omschreven), stimuleert en begeleidt, biedt leerstof aan die bij de ontwikkeling van dat moment past en zorgt voor een leer- en leefklimaat waarin kinderen zich veilig voelen. De leerkracht zorgt ervoor dat de interesse van de kinderen wordt gewekt en neemt zelf ook deel aan het spel. De leerkracht probeert ze uit te dagen hun spel te verrijken en met oplossingen of antwoorden te komen. In de onderbouw (groep 1-4) ligt de nadruk op de spelactiviteiten, bijvoorbeeld in de themahoeken in elke groep. In de bovenbouw ligt de focus meer op onderzoek. Leerkrachten denken met de kinderen mee door hen vragen te stellen: wat wil je weten? Wat moet je daarvoor doen? Wat heb je nodig? Zo stimuleren wij de brede ontwikkeling en doen we een beroep op de zelfstandigheid, zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de kinderen.

Wij laten ons hierbij ondersteunen door De Activiteit, het landelijk centrum voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Wij krijgen van hen bijvoorbeeld nascholingstrajecten, workshops en materialen of producten.

 

Lees meer op de activiteit